Vorm Kegelvormig, smal piramidaal (met op latere leeftijd pneumatoforen = luchtwortels )
Bladeren Twee soorten naaldvormige bladeren, schubvormig aan de langloten en smal en plat aan de kortloten, lichtgroen tot geelgroen in de lente, donkergroen in de zomer en oranjerood tot oranjebruin in de herfst
Hoogte 20 m tot 40 m (volw. Na 20 tot 50 j )
Breedte cm 6 m tot 9 m
Standplaats Volle zon, halfschaduw , beschutte standplaats
Grondsoort Zure, neutrale, droge, vochtige tot zeer natte, verdichte grond (kalkvrezend chlorose)